Hoe belangrijk is rekenen en taal binnen het MBO?

februari 13, 2019 1 Door Wilco Herrema

Op Linked In werd een bericht gedeeld van iemand die zei dat er in het MBO te weinig aandacht is voor rekenonderwijs binnen het MBO. Ze deed dat ik het kader van haar functie als “Landelijke Projectcoördinator Practoraat Rekenen”. Dat zei ze na het nieuws dat de tweede kamer het rekenen op het voortgezet onderwijs weer wil laten opgaan in wiskunde. Bij het bericht was een oude column gedeeld. In deze column verkneukelde de columniste zich met haar dochter om de spelfouten van de mede mbo studenten van de dochter op de horeca afdeling. Dochterlief had briefjes stiekem meegenomen waaruit bleek dat ze geen jus d’orange of cappuccino meer kunnen spellen als aanstaande middenkader horecamensen. Het was tijd voor een deltaplan.

In al deze uitingen druipt de vooronderstelling door dat vroeger we nog wel degelijk onderwijs hadden en nu niet meer. Ik vind het tijd om een tegengeluid te laten horen, wat ik de laatste jaren steeds minder naar voren hoor komen. Worden we niet meer en meer een algemene opleiding in plaats van een beroepsopleiding? Wie een secretariële opleiding doet  moet een brief goed kunnen spellen. Voor hen is spelling dus dienstbaar aan het beroep. Iemand in de horeca moet kunnen omgaan met de klanten, gastheer of gastvrouw zijn. Sociale vaardigheden hebben die de puber van nature nog niet heeft ontwikkeld.

Waarom moet die weten hoe we jus d’orange spellen. In het digitale apparaat staat alles al voorgeprogrammeerd. Ik vind sowieso dat het woord jus d’orange uit onze taal moeten worden geweerd. Waarom kunnen we niet gewoon een sinaasappelsap zonder prik bestellen? Moet een kassière kunnen terugrekenen, als de kassa het ook prima kan uitrekenen? Er worden nu minder fouten gemaakt, en ze hebben meer tijd om met de klanten te praten. Dat ze dat niet doen, dat vind ik zorgwekkend, niet dat ze niet kunnen terugrekenen. Dat praatje bindt namelijk klanten, niet het vermogen tot hoofdrekenen. Hoofdrekenen wordt tegenwoordig slechts daar gevraagd waar zwart geld van eigenaar wisselt en er niets op papier of digitaal vast mag worden gelegd. Dat lijkt me toch niet een reden om hoofdrekenen weer als prioriteit in het beroepsonderwijs op te nemen?

Het rekenonderwijs werd een paar jaar geleden ineens een item op het MBO toen men op het HBO mopperde dat de studenten niet meer kunnen rekenen. Die klachten ontstonden toen de overheid hun financiering op het HBO ging aanpassen aan het rendement. Ik weet nog hoe een vriend van mij als afgestudeerd wiskundige in de jaren 80 op een HEAO les ging geven in het vak voorbereidende wiskunde. Hij kreeg de opdracht flink selectief te cijferen. In een eerste jaar was het wenselijk dat de helft werd weggesaneerd, zodat de meer gemotiveerden overbleven. De vraag wat een HEAO student eigenlijk moet doen met les in functieanalyse werd nooit gesteld. Nu klaagt de HEAO dat onze MBO leerlingen niet meer slagen voor hun introductieprogramma wiskunde. Ik zou het tijd vinden om jezelf de vraag te stellen wat een economisch hooggeschoolde voor vaardigheden nodig heeft. Heel eerlijk, economisch rekenen is niet moeilijk, zolang het we het houden bij voor bedrijven relevant rekenwerk.  Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen is genoeg. En dat mag met rekenmachine. Pas de econometrist of actuaris heeft echte wiskundige skills nodig in zijn of haar werk.

Ik heb ouderwets onderwijs gehad en ben daarna gaan studeren Ik heb geleerd dat delen door een breuk hetzelfde is als keer het omgekeerde. Maar tot de dag van vandaag wacht ik nog op de eerste gelegenheid dat ik die kennis kan toepassen. Waarom in vredesnaam heb ik dit moeten leren? Waarom moeten de MBO leerlingen van nu dat ineens ook weer leren? Waarom moeten zij nog staartdelingen kunnen maken, als iedere telefoon 5 keer sneller tot een juist antwoord komt? En iedereen ook die telefoon altijd paraat heeft?

Ik heb een jaar les mogen gegeven op de hotelschool in Amsterdam. Misschien wel aan de collega’s van de dochter van onze columniste. . Ik hielp mee als trainingsacteur bij hun examens functioneringsgesprekken, waar ze bv een stugge autistische kok moeten overhalen op bijscholing te gaan. Ik was oprecht onder de indruk hoe deze jonge mensen deze gesprekken aanpakten. Met een natuurlijk gezag en empathie voor de kok. En dat onder spanning van een examen. Dat had ik bij pubers van 20 jaar niet voor mogelijk gehouden. Dat is het middenkader, waar we in Nederland behoefte aan hebben. Ik ben in mijn carrière in loondienst vele goed opgeleide managers tegengekomen, die neuro linguïstisch programmeren en empathie fantastisch kunnen spellen, maar geen idee hebben van wat “mensen in hun kracht zetten” werkelijk betekent.  

Of deze geweldige horecastudenten  nu wel of niet een belachelijk woord als jus d’orange kunnen  spellen boeit me niet. En als wij witte Nederlanders die van huis uit een goede spreekstijl en spelling hebben meegenomen heel neerbuigend gaan doen over onze toekomstig middenkader wordt ik ronduit boos.

Er is geen gebrek aan belangstelling voor rekenonderwijs of spelling in het MBO in Nederland. Het wordt mijn inziens juist enorm overschat. We hebben zelfs een “Landelijk Projectcoördinator Practoraat Rekenen”. Natuurlijk geeft ik het graag rekenen of spellen. Voor mij is het redelijk makkelijk en ik kan het ook makkelijk onderwijzen op een makkelijke ouderwetse methode. Ik weet ook dat alle leerlingen die uit de hogere witte middenklasse het meestal niet nodig hebben en het te weinig zal zijn voor hen zonder die achtergrond. Maar ik zou mijn tijd veel liever investeren in trainen van de vaardigheden die er werkelijk toe doen in een middenkaderfunctie.